In een van mijn blogs heb ik me geconcentreerd op zwart-wit landschapsfotografie. In deze blog ga ik deze keer in op het creatieve gebruik van kleur in landschapsfoto’s. Het juiste gebruik van kleur in fotografie voegt dynamische elementen toe aan beelden om onze ogen te strelen. Om foto’s te maken om trots op te zijn, moeten we kleur in ons voordeel gebruiken.
Definitie van kleur
Kleuren zijn bestanddelen van licht die door een voorwerp worden weerkaatst. Licht is straling die zich als golven gedraagt. Dus, de kleur begint bij het licht. De kleuren die wij zien worden beïnvloed door de eigenschappen van de lichtbron, niet alleen door een eigenschap van het voorwerp. Het kleurengamma dat we kunnen zien heeft verschillende kenmerken.
Gebruikers van Photoshop of Lightroom zullen bekend zijn met de terminologie van tint, verzadiging en luminantie. Tint is een naam die we geven aan kleuren op de kleurencirkel (rood, geel, groen, blauw, enzovoort). Verzadiging (ook bekend als zuiverheid) is de mate van grijsheid die aanwezig is. Hoe minder verzadigd, hoe grijzer een kleur lijkt. Luminantie verwijst naar de lichte en donkere eigenschap van kleur.
Meer dan kleur in landschapsfotografie
Het vastleggen van kleurrijke objecten is niet voldoende om mooie kleurenfoto’s te maken. Een foto van kleurrijke bloemen is niet noodzakelijk een mooie kleurenfoto. Het is moeilijk, dat geef ik toe. Zo vaak kan de kleur ons afleiden van een mooie compositie. Als fotografen moeten we het gebruiken om visuele statements te maken die kleur en inhoud combineren, anders zijn onze beelden leeg.
Seizoenale kleur in landschappen
Kleuren in landschapsfoto’s zijn sterk seizoensgebonden. Bruin, rood en oker worden geassocieerd met de herfst, zoals wit en grijs met de winter.
De lente heeft een helder lichtgroen als hoofdkleur, in de zomer langzaam overgaand in diepgroen met schaduwen. Dit alles aangevuld met een hele reeks tere voorjaarsbloemen of fleurige zomerbloemen. Het kleurenpakket van de natuur verandert het hele jaar door. Kleur roept bij de kijker een bepaalde stemming op, van lichtheid tot melancholie. Gele kleuren voelen warmer aan en zijn daarom behaaglijker dan blauwige. Hoewel dat niet altijd opgaat: het diepe blauw van sommige zeelandschappen associëren we onmiddellijk met warme tropische eilanden! Onze kleurervaring is dus relatief ten opzichte van een specifiek onderwerp.
In het onderstaande vierluik heb ik hetzelfde bosgezicht in vier verschillende seizoenen met typische kleuren gefotografeerd om de bijdrage van kleur aan de seizoensgebonden stemming van de landschappen te illustreren.
Kleurbalans in landschapsfotografie
Blauw is een tegenwicht voor veel kleuren. Bij zonnig weer is het landschap bedekt met blauw, terwijl ook water die kleur absorbeert. Omdat blauw, als koele kleur, de neiging heeft zich in onze ogen terug te trekken (terwijl het rood van bloemen juist op je afkomt), geeft het ons ruimte en lucht. Het donkergrijs van een bewolkte lucht kan daarom een zekere druk oproepen. Je voelt je in zekere zin teruggedrongen.
De intensiteit van de kleuren speelt een rol in de balans die een beeld nodig heeft. Sterk contrasterende kleuren kunnen ongewenste onevenwichtigheden veroorzaken. Dit in tegenstelling tot wanneer de kleuren in harmonie met elkaar zijn.
Helaas is de lucht vaak nogal kleurloos, zeker vlak boven de horizon. Dit is vooral het geval op vrij zonnige dagen zonder duidelijke bewolking. Dit levert ons geen aantrekkelijk landschap op.
Kleuren en emoties zijn met elkaar verbonden. Dezelfde kleurenfoto kan verschillende emotionele reacties oproepen. De emotionele waarde van kleuren verklaart waarom een uitzicht of een bepaald licht ons raakt en ons naar onze camera doet grijpen. De uiteindelijke foto betekent wat hij voor ons betekent en herinnert ons aan de emotie van dat moment.
Kleuren kunnen net als vroeger worden beïnvloed met behulp van filters. Tegenwoordig is post-processing de manier om hiermee om te gaan. Rood is een kleur die veel aandacht trekt, terwijl koele kleuren zoals blauw en groen naar de achtergrond lijken te verdwijnen. Kleurcontrasten kunnen de foto een extra dimensie geven.
Kleurenfoto’s worden bepaald door de kwaliteit van de kleur. Dit betreft primaire versus secundaire kleuren, opdringerig versus terugwijkend; tot verzadiging en helderheid. De primaire kleuren rood, blauw en geel zijn meer uitgesproken en meer op de voorgrond aanwezig dan de secundaire kleuren zoals bruin of lila. De rode kleur springt naar je toe. Je hebt minder felle kleuren nodig in een compositie om een evenwichtig beeld te krijgen.
In de foto hieronder trekt de rode brievenbus alle aandacht.
We kunnen blauw in grotere hoeveelheden gebruiken – omdat het lijkt mee te geven, het vraagt niet zo veel van onze aandacht. Hoe warmer de kleur, hoe meer hij naar je toekomt. Koelere kleuren wijken. De rood-groene, of blauw-gele contrasten zijn zeer opvallend en geven een kleurenfoto vaak extra punch.
Kleur en perspectief
Je kunt die indringende en terugwijkende eigenschappen van kleuren gebruiken om het perspectief te ondersteunen. Door de blauwheid lijkt de horizon nog verder weg, terwijl het rood van klaprozen bijvoorbeeld het gevoel geeft dat je midden in het veld staat.
In het algemeen kun je zeggen dat te veel verschillende kleuren in een foto een onrustig effect geven. Vooral wanneer er relatief veel opdringerige en weinig terugwijkende elementen zijn, kunnen onze ogen geen brandpunt vinden. Veel verschillende secundaire kleuren, zoals in een bloemenweide, zijn echter niet storend.
In een landschapsfoto kunnen lagen in je beeld ontstaan door contrastverschillen tussen elementen als lucht, water en land. Het verdelen van het oppervlak op basis van die kleurvlakken in combinatie met de regel van derden levert betere resultaten op.
In de onderstaande foto zien we slechts drie kleuren zonder enig focuspunt en toch wordt deze foto aantrekkelijk door toepassing van de regel van derden. Het 3-D effect wordt versterkt door de dans van het licht.
Eenkleurige foto’s
Het meest bijzondere effect treedt misschien wel op wanneer bijna de hele foto uit slechts één hoofdkleur bestaat. Onder bepaalde lichtomstandigheden kan een monochroom beeld ontstaan, ook al heeft het onderwerp in werkelijkheid verschillende kleuren. In de blauwe foto van het strand hieronder, zie je dat zelfs het zand op de voorgrond blauw is geworden.
Op de volgende foto is de hoofdkleur groen in verschillende schakeringen. Het avondlicht accentueert de vloeiing van de helling. En alles bij elkaar levert dit een rustig maar interessant plaatje op.
Ik ben zeer benieuwd naar uw opmerkingen of ervaringen. Laat ze hieronder achter.
Laat een reactie achter