Gewoonlijk streven landschapsfotografen in hun foto’s altijd naar de hoogst mogelijke scherpte van voor tot achter. Ze gebruiken alle mogelijke technieken om dit te bereiken, zoals het gebruik van de brandpuntsafstand, camera’s, of lenzen met in-body stabilisatie, statieven, draadontspanners, afstandsbedieningen, gevouwen spiegel, of zelfs door focus stacking (het combineren van verschillende beelden met een verschillende focusafstand) enz.
Maar er zijn gelegenheden, dat ten minste een deel van het beeld baat kan hebben bij bedoelde onscherpte in je foto. Dit opent een nieuwe deur naar creatieve foto’s. We zullen dit doen in gevallen waarin we willen dat ons onderwerp eruit springt, alle aandacht krijgt, en ervoor zorgen dat het niet verloren gaat in de achtergrond. We zullen dit bereiken door te spelen met de scherptediepte (DOF -depth of field), die wordt gedefinieerd als hoeveel van een beeld aanvaardbaar scherp is.
Bokeh?
Een grote categorie landschapsfotografie waar onscherpte of bokeh veel kan toevoegen aan je foto is natuur- en macrofotografie. Wanneer je bokeh toevoegt buiten de scherptediepte, gebeurt er iets magisch. Bokeh komt van het Japanse woord “boke”, dat onscherpte of waas betekent. Hoe meer kleur en lichtvlekken in de achtergrond, hoe zichtbaarder het bokeh-effect.
We doen dit terwijl we de compositie optimaliseren en eventueel het focuspunt in het kader plaatsen op basis van de regel van derden.
Scherptedipete
Je weet waarschijnlijk wel dat het verkrijgen van een onscherpe achtergrond of ondiepe scherptediepte (sommigen noemen het bokeh) afhangt van je diafragma-instelling. Je wilt het kleinste f/getal gebruiken dat je lens toelaat. Dit hangt dus af van de f-stop mogelijkheden van je objectieven.
Het diafragma is de opening in de lens die licht in de camera toelaat, gemeten in f-stops. Het gebruik van een lens met een groter diafragma (lager f-stopnummer), zoals f/2.0 of f/2.8, vergroot de mogelijkheden van de lens in vergelijking met F4. Er zijn lenzen met f/1.8 of 1.4 of zelfs 1.2 in omloop, maar hoe lager het f-getal, hoe hoger de prijs. Er is een direct verband tussen de maximale diafragmagrootte en hoeveel de lens kost. Er is één uitzondering en dat zijn 50 mm lenzen, die je vrij goedkoop kunt vinden voor F-1.8.
Houd in gedachten dat het diafragma de hoeveelheid licht bepaalt die op de camerasensor binnenkomt en dat zal de sluitertijd beïnvloeden om de juiste belichting te verkrijgen.
Deze techniek wordt veel gebruikt door portretfotografen. Landschapsfotografen vinden het meestal niet erg om een kleiner diafragma te gebruiken, zoals f/8 of f/16, zodat alle delen van het beeld scherp zijn.
Het is waarschijnlijk contra-intuïtief, maar hoe lager het F-getal, hoe groter het diafragma. Dat komt omdat het F-getal wordt uitgedrukt als een breuk: een diafragma van f/2 is gelijk aan ½ (de helft). Het verschil van één stop betekent ook een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht die wordt doorgelaten bij het nemen van een foto.
anneer je een lens gebruikt met een wisselend maximaal diafragma van bijvoorbeeld f/3.5 -5.6, betekent dit dat het maximale diafragma wanneer je helemaal bent uitgezoomd f/3.5 is, maar dat naarmate je verder inzoomt het maximale diafragma steeds hoger wordt ingesteld tot het f/5.6 bereikt.
De foto’s die ik aan deze blog heb toegevoegd laten echter zien dat met F-getallen van 4 en hoger nog steeds bokeh mogelijk is.
Dus, nadat we een zo laag mogelijk F-getal hebben gekozen, richten we ons natuurlijk op ons onderwerp. Een groter diafragma zou ons bokeh moeten geven, een mooie naam voor een zachtere, wazige achtergrond met lichte vlekken.
Afstand
De eerste stap in het verkrijgen van een onscherpe achtergrond is het gebruik van een groot diafragma, maar er is meer. Om een goed resultaat te krijgen, moet er enige afstand zijn tussen datgene waarop je scherpstelt en datgene wat je onscherp wilt maken. Dingen gaan niet onmiddellijk van scherp naar onscherp, maar dit gebeurt geleidelijk. Hoe meer ruimte je hiervoor hebt, hoe meer onscherpte je kunt creëren.
Dit zal worden bepaald door de keuze van ons standpunt en kijkrichting. Een erg drukke afleidende achtergrond zal niet bijdragen tot een rustige foto.
Het helpt ook als je scherpstelt op een voorwerp dichtbij je. U moet dit uitproberen en met vallen en opstaan ontdekken wat het beste werkt.
Brandpuntsafstand
De achtergrond zal onscherper zijn bij langere brandpuntsafstanden (de afstand van de lens tot de camerasensor, gemeten in millimeters). Een foto die met een langere brandpuntsafstand is genomen, zal het onderwerp “samendrukken”, waardoor een geringe scherptediepte en een onscherpe achtergrond ontstaan. Lenzen met een kortere brandpuntsafstand zorgen ervoor dat meer elementen op de foto scherp zijn.
Alternatieven in foto-nabewerking
Het is niet zo moeilijk om een onscherpe achtergrond in foto’s te krijgen, als je maar weet hoe je de instellingen van je camera moet regelen en hoe je de foto moet maken. Er zijn manieren om de achtergrond ook onscherp te maken tijdens de nabewerking in Photoshop. Maar dat is niet de ideale methode. Je moet oppassen dat het er niet nep uitziet. Ik ga hier niet verder op in, want ten eerste vind ik dat je dit in-camera moet proberen en ten tweede vergt het tenslotte veel kennis van Photoshop-technieken die niet in een paar regels uit te leggen is. Ondertussen zijn er plug-ins op de markt die dit behoorlijk voor mekaar krijgen
Bedankt voor het lezen van deze blog. Ik hoop dat je er iets van zult leren. Ga naar buiten en begin te experimenteren. En zoals altijd lees ik graag over je ervaringen, opmerkingen of vragen
Laat een reactie achter